Vipiteno

Plaatsen > Vipiteno

Vipiteno is een dorp in de Italiaanse provincie Bolzano. In het Duits heet deze plaats Sterzing. Vipiteno heeft circa 5.300 inwoners. Het stadje ligt op een hoogte van 948 m en heeft 5300 inwoners. 

Het stadsbeeld getuigt nog volop van het rijke verleden, toen Vipiteno stapelrecht had en dus een belangrijk handelscentrum was aan de Brennerweg. Bovendien bevonden zich in de omstreken ook zilver, koper en zinkmijnen en grote leisteengroeven. In de 15e en 16e eeuw waren hier maar liefst 10.000 mijnwerkers werkzaam. Bij de Zwölferturm (15e eeuw) begint de oude buitenstad (‘Neustadt’ genaamd) met haar schilderachtige straten, die omzoomd worden door mooie, rijk versierde oude huizen met  gekanteelde gevels en lange arcadengalerijen (met winkels). 

Geografie
Vipiteno bevindt zich in de Stubaier Alpen. Deze streek ligt in het noorden van Bolzano. Een rivier stroomt ten oosten van Vipiteno. De dichtstbijzijnde grotere stad is Merano, in het zuidwesten. Vipiteno ligt in een breed bekken van het dal van de Isarco, waarin het Val Ridanna (Ridnauntal) en het Val di  Vizze (Pfitscher Tal) uitmonden. De hellingen van de omringende bergen zijn bedekt met  naaldwouden.

Vipiteno ligt op 948 m hoogte, en is het eerste stadje voorbij de Brennerpas.

Transport
De autosnelweg A22 doorsnijdt het stadje in het oosten.

Toerisme
Er is in Vipiteno veel fiets- en skitoerisme. Verder is de triomfboog van Vipiteno vrij bekend, net zoals de middeleeuwse poort in het stadje. Vipiteno is een gezellig stadje met mooie winkelstraten. In het centrum staat een gebouw met op veel plekken bladgoud. Ook dit gebouw lokt veel toeristen.

Vooral de Hauptstrasse is het aanzien waard. Daar staat ook het laatgotische raadhuis, dat twee torens, een mooie erker, smeedijzeren versieringen en een reusachtige stadhuiszaal met schitterende houten zoldering heeft. Aan het stadhuis is het  Ballhaus gebouwd, eertijds een opslagplaats voor de handelswaren die over de Giovo-(Jaufen) en de Brennerpas gingen. De parochiekerk ‘Unsere Liebe Frau  im Moos’ is een mooi voorbeeld van hallenbouw. Het vleugelaltaar (1456) is het meesterwerk van de Duitse beeldhouwer Hans Mültscher uit Ulm. Toen het kerkje in barokstijl werd verbouwd, zijn de luiken verwijderd (zie stedelijk museum). Vier beelden van Mültscher staan nog op het hoogaltaar. Na de ‘barokisierung’ onderging het interieur een versiering in rococostijl met schilderingen van Adam Molk.

Aan de zuidrand van het stadje staat het Deutschfiaus (15e-16e eeuw), dat eertijds een ‘commanderie’ van de ‘Duitse Orde’ herbergde. Naast dit huis staat de  St. Elisabethkerk (circa 1500). De plafondschilderingen en het hoogaltaar zijn van Mathaus von  Günther. De Spital zum Heiligen Geistis een mooie gotische kerk met rijke schilderingen van Hans Brunico. De Jöchistoren heeft een mooie zoldering vol houtsnijwerk.

Pronkstukken van het stedelijk museum zijn de zojuist genoemde  altaarluiken van Hans Mültscher (1456); ook andere werken uit zijn school behoren tot de collectie.

Heel aardig is ook een bezoek aan de oude herberg Wirtshaus Luie, waar u een beeld krijgt van de omstandigheden waaronder men eertijds reisde en logeerde. De herberg is herkenbaar aan de lelie in de gevel en de grote houten poort, die toegang geeft tot een ruime overdekte binnenplaats met stallen. Boven liggen de grote slaapkamers met vijf tot zeven bedden, geschikt voor een gehele bemanning van de oude voertuigen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *